We zetten mobiele airco’s aan het werk in realistische omstandigheden en laten zien wat je thuis echt merkt: koelsnelheid, geluidsniveau en stroomverbruik. Je ontdekt welke factoren het verschil maken-capaciteit (BTU/kW) per m², luchtstroom, ontvochtiging, EER/SEER, enkelslang vs. dubbelslang en een strakke raamafdichting-en hoe die zich vertalen naar jouw slaapkamer, woonkamer of zolder. Met praktische tips voor plaatsing, nachtmodus, pre-coolen en onderhoud haal je meer comfort tegen lagere kosten uit jouw mobiele airco.

Wat test je bij een mobiele airco?
Bij een mobiele airco test je vooral wat je in huis echt merkt: hoe snel en hoe ver de temperatuur daalt, hoe stil het apparaat werkt en hoeveel stroom het verbruikt. Je kijkt naar koelvermogen in BTU of kW en checkt of dat past bij je ruimte in m² en m³, want isolatie en plafondhoogte maken veel uit. Vervolgens meet je temperatuurdaling en luchtstroom bij vaste omgevingscondities, zodat je weet of de koeling gelijkmatig is en of de airco niet alleen de lucht voor het rooster koelt. Je beoordeelt de ontvochtigingscapaciteit in liters per uur, omdat een drogere lucht al snel koeler aanvoelt. Energie-efficiëntie (EER/SEER) laat zien hoeveel koeling je per watt krijgt; je meet verbruik in verschillende standen, inclusief eco- en slaapmodus en het sluimerverbruik.
Geluidsniveau in dB test je op een meterafstand overdag én ‘s nachts, zodat je weet of je er naast kunt slapen. Ook plaatsing telt: enkele of dubbele slang, de kwaliteit van de raamafdichting en de lengte en isolatie van de afvoerslang bepalen hoeveel warme buitenlucht binnenkomt en dus je echte prestaties. Tot slot check je bediening en gebruiksgemak: thermostaatnauwkeurigheid, timers, app of afstandsbediening, onderhoud aan filters en condensafvoer, bouwkwaliteit en wendbaarheid op wieltjes.
Koelprestaties: capaciteit (BTU/KW), luchtstroom en ontvochtiging
Bij koelprestaties kijk je of de opgegeven capaciteit in BTU of kW past bij jouw ruimte en situatie. Een hogere capaciteit zegt weinig als je luchtstroom te laag is, want zonder voldoende m³/uur circuleert de koelte niet en blijft de temperatuur ongelijk. In een test meet je daarom niet alleen de temperatuurdaling, maar ook de uitblaastemperatuur, de verdeling in de kamer en de tijd tot een stabiele setpoint.
Luchtstroom bepaalt hoe snel je comfort voelt, zeker bij grotere of langgerekte kamers. Ontvochtiging in liters per uur is de derde pijler: door vocht uit de lucht te halen voelt het direct koeler en plakt het minder, zelfs bij een beperkte temperatuurdaling. Je controleert bovendien hoe constant de prestaties blijven bij doorlopend gebruik en of condensafvoer praktisch is.
Hoeveel capaciteit heb je nodig per M²?
Als vuistregel reken je voor een normale kamer met standaard plafondhoogte op 100-140 watt koelvermogen per m² ( 340-480 BTU/h per m²). Voorbeeld: een kamer van 20 m² vraagt zo’n 2,0-2,8 kW, oftewel ongeveer 7.000-9.500 BTU/h. Zit je op zolder, heb je veel glas op het zuiden of slechte isolatie, tel dan 20-30% extra.
In een goed geïsoleerde, schaduwrijke ruimte kun je vaak toe met 80-100 W/m². Let ook op de plafondhoogte: bij hoger dan 2,5 meter reken je extra volume mee. Warmtebronnen zoals mensen en apparatuur verhogen de benodigde capaciteit.
Energieverbruik en efficiëntie (EER/SEER)
Bij energieverbruik kijk je niet alleen naar het label, maar naar wat de airco in de praktijk slurpt aan stroom. EER geeft aan hoeveel koeling (kW) je krijgt per verbruikte kW bij één vaste testconditie; SEER doet dat seizoensgemiddeld over verschillende temperaturen. In een test log je het werkelijke vermogen in diverse standen, de inschakelcyclus van de compressor en het kWh-verbruik over een volledige koelrun naar een vast setpoint.
Je checkt ook sluimerverbruik, eco- en nachtmodus en het effect van negatieve druk: een enkelvoudige slang zuigt warme lucht aan en drukt de echte efficiëntie omlaag, terwijl een dubbele slang dat beperkt. Een hogere EER/SEER, korte geïsoleerde afvoerslang en een degelijke raamafdichting leveren meetbaar lagere kosten per uur koelen op.
Geluidsniveau overdag en s nachts (DB)
In een goede test meet je het geluidsniveau in dB(A) op 1 en 3 meter, op oorhoogte en met de achtergrondruis vooraf vastgelegd. Overdag test je in koelstand op middel en hoog; ‘s nachts in nachtmodus op de laagste ventilatorstand. Je noteert pieken bij compressorstart, bromtonen van trillingen en eventuele fluitgeluiden via slang en raamafdichting. Onthoud: +3 dB is duidelijk hoorbaar, +10 dB voelt ongeveer twee keer zo luid, dus kleine verschillen maken groot slaapcomfort.
Je beoordeelt ook luchtstroomgeluid bij de uitblaas, resonantie via vloer of meubel en het effect van plaatsing en slanglengte. Let op korte compressorcycli door een agressieve thermostaat, want die geven extra lawaai. Uiteindelijk telt niet alleen dB, maar ook klankkleur.
[TIP] Tip: Meet temperatuurval, geluidsniveau en verbruik in dezelfde kameropstelling.

Onze testmethode stap voor stap
We testen elke mobiele airco onder gecontroleerde, reproduceerbare omstandigheden. Hieronder vind je onze aanpak stap voor stap.
- Testopstelling en omgevingscondities: identieke testruimte van 20-25 m²; startpunt 30°C en 60% relatieve vochtigheid; gestandaardiseerde raamafdichting en slanglengte; plaatsing op vaste afstand van muren; metingen op meerdere punten en hoogtes met temperatuur-/RV-loggers; energiemeter in lijn; geluidsmeter op vaste afstanden (dag- en nachtmeting).
- Meetprotocol: 15-30 minuten warm-up, daarna setpoint 23°C; we registreren de temperatuurdaling per minuut en tijd tot stabilisatie; stroomverbruik wordt gelogd tijdens koelrun, in stabiele modus en stand-by; luchtstroom meten we bij de uitblaas met een anemometer (schatting m³/uur); ontvochtiging bepalen we via condensopbrengst per uur; geluidsniveau meten we in standaard- en nachtmodus (dB(A)); alle runs minimaal 3× herhaald en gemiddeld.
- Scoremodel en weging van criteria: koelprestaties (tempo temperatuurdaling, stabiliteit, luchtverdeling) 40%; efficiëntie (EER tijdens koelen, verbruik in stabiele modus en sluimer) 25%; geluidsniveau dag/nacht 20%; ontvochtiging (l/uur) 10%; gebruiksgemak en bediening 5%. Elke categorie wordt genormaliseerd zodat modellen eerlijk vergelijkbaar zijn.
Zo krijg je objectieve, onderling vergelijkbare resultaten. In de volgende sectie vertalen we de uitkomsten naar jouw woonsituatie.
Testopstelling en omgevingscondities
Je test een mobiele airco pas eerlijk als de basis gelijk is. Daarom gebruik je een gestandaardiseerde kamer (ca. 20-25 m², 2,5 m plafond) met gesloten deuren en ramen, gordijnen of zonwering dicht en een nette raamafdichting rondom de afvoerslang. Je brengt de ruimte eerst naar een vaste startwaarde, bijvoorbeeld 30°C en 60% relatieve luchtvochtigheid, en laat de airco daarna een korte inlooptijd draaien.
De netspanning houd je stabiel op 230 V, achtergrondruis noteer je en beperk je tot een laag niveau. Je zet de unit op een vaste plek, minimaal 30 cm van muren, met een korte, zo recht mogelijke slang. Metingen doe je op meerdere meetpunten en hoogtes, zonder tocht of extra ventilatie die resultaten kunnen vertekenen.
Meetprotocol: warm-up, cooldown en herhaalmetingen
Voor een betrouwbare vergelijking laat je elke mobiele airco eerst warmdraaien, zodat compressor, koelmiddel en ventilatorsnelheid stabiel zijn. Na circa 10-20 minuten start je de cooldown-run: je zet een vast setpoint (bijvoorbeeld 23°C), logt kamertemperatuur op meerdere hoogtes, uitblaastemperatuur, relatieve luchtvochtigheid en stroomverbruik met vaste intervallen en noteert de tijd tot setpoint en de gemiddelde daling per minuut. Na het bereiken van een stabiele temperatuur laat je het apparaat nog even doorlopen om steady-state verbruik en geluidsniveau te meten.
Tussen runs geef je de unit een korte cooldown en breng je de kamer terug naar dezelfde startcondities. Je herhaalt dit minimaal drie keer, in identieke opstelling en met gelijke slanglengte en raamafdichting, middelt de resultaten, rapporteert de spreiding en negeert alleen evidente meetfouten of verstoringen.
Scoremodel en weging van criteria
Om modellen eerlijk te vergelijken zet je alle metingen om naar deelcijfers op een 0-10 schaal en weeg je ze tot een eindscore. Koelprestaties (snelheid, gelijkmatigheid, ontvochtiging) tellen het zwaarst, gevolgd door energie/efficiëntie en geluidsniveau; gebruiksgemak, bouwkwaliteit en installatiegemak wegen lichter mee. Als richtlijn kun je denken aan 40% koelprestaties, 25% energie, 20% geluid en 15% gebruiksgemak/bouw. Voor scenario’s pas je de weging aan: in de slaapkamer krijgt geluid prioriteit, in de woonkamer koeltempo en luchtverdeling, op zolder ontvochtiging.
Je past strafpunten toe voor negatieve druk bij een enkelvoudige slang, een slechte raamafdichting, hoge standby, een onnauwkeurige thermostaat en onhandige condensafvoer. Bij gelijke scores hakt kosten per uur koelen, garantie en beschikbaarheid de knoop door. Alle resultaten rond je op één decimaal af.
[TIP] Tip: Gebruik dezelfde raamafdichting en slanglengte voor alle testrondes.

Testresultaten vertaald naar jouw situatie
De tabel vertaalt onze mobiele airco testcriteria naar concrete, praktische aanbevelingen per ruimte, zodat je op basis van m², geluidsniveau en ontvochtiging de juiste keuze maakt.
| Gebruikssituatie | Aanbevolen koelvermogen (BTU/kW) | Geluid (nacht/dag, dB(A)) | Luchtstroom / Ontvochtiging (m³/h | L/dag) |
|---|---|---|---|
| Slaapkamer (10-15 m²) | 7.000-9.000 BTU (2,0-2,6 kW) | nacht 52 (nachtmodus) / dag 58 | 250-320 | 20-30 |
| Woonkamer (20-30 m²) | 10.000-14.000 BTU (2,9-4,1 kW) | nacht 55 / dag 60 | 320-420 | 25-40 |
| Zolder/slecht geïsoleerd | 12.000-16.000 BTU (3,5-4,7 kW) | nacht 58 / dag 62 | 380-450 | 30-50 |
Kort samengevat: dimensioneer op oppervlak en isolatie, kies in de slaapkamer een stille nachtmodus, en geef op zolder prioriteit aan hoge luchtstroom en ontvochtiging voor merkbaar comfort.
Testresultaten worden pas echt waardevol als je ze spiegelt aan je ruimte, gewoontes en comfortwensen. Voor een slaapkamer van 10-15 m² kies je vooral op laag geluidsniveau, rustige compressorcycli en een nauwkeurige thermostaat, zodat je ongestoord slaapt; een goede nachtmodus en timer schelen extra. In een woonkamer van 20-30 m² draait het om koeltempo en luchtverdeling: let op m³/uur, de tijd tot setpoint en hoe gelijkmatig de temperatuur wordt. Op zolder of in slecht geïsoleerde ruimtes telt ontvochtiging (L/uur) en helpt een dubbele slang om negatieve druk en warmtelekken te beperken.
Koppel de gemeten EER/SEER en het steady-state kWh-verbruik aan je gebruiksprofiel: hoeveel uur per dag, welke setpoint en welke buitentemperaturen komen bij jou het vaakst voor. Vertaal capaciteit naar je volume en warmtelast (isolatie, glas op het zuiden, apparaten) en houd 100-140 W/m² als vertrekpunt. Optimaliseer tot slot de plaatsing: een korte, goed geïsoleerde slang en een strakke raamafdichting leveren direct meetbare winst op.
Slaapkamer (10-15 M²): stil koelen, nachtmodus en DB
In de slaapkamer draait alles om rust. Voor 10-15 m² is 1,2-2,0 kW meestal genoeg, maar kies vooral een model met een echte nachtmodus, lange compressorcycli en een lage ventilatorstand. Richt je op circa 45-52 dB(A) op de laagste stand, gemeten op 1 meter; korte pieken bij compressorstart zijn normaal, maar moeten beperkt blijven. Pre-cool de kamer 30-60 minuten voor je gaat slapen en laat de airco daarna stiller doormodderen op een iets hoger setpoint, zodat hij minder vaak aanspringt.
Plaats de unit zo ver mogelijk van je bed, met een korte, rechtlopende en liefst geïsoleerde slang en een strakke raamafdichting voor betere efficiëntie en minder geblaas. Een dempende onderzetter voorkomt resonantie en bromgeluid via de vloer.
Woonkamer (20-30 M²): snelle koeling en luchtverdeling
In de woonkamer wil je vooral snel comfort en een gelijkmatige temperatuur. Richt je op 2,5-3,5 kW (± 8.500-12.000 BTU) en een luchtstroom van minstens 300-400 m³/uur, zodat koele lucht de hele ruimte bereikt. Plaats de unit dicht bij het raam met een korte, geïsoleerde slang en stuur de lamellen omhoog zodat de lucht via het plafond mengt. Een dubbele slang beperkt negatieve druk en versnelt de cooldown.
Test de tijd tot setpoint, de temperatuurdaling op meerdere hoeken en hoe stabiel de temperatuur blijft met mensen en apparaten aan. In open woonkeukens helpt een oscillatiestand of een stille circulatiefan bij de verdeling. Pre-cool 30 minuten, houd zonwering dicht en sluit deuren voor de snelste resultaten.
Zolder of slecht geïsoleerde ruimte: focus op ontvochtiging
Op een zolder of in een slecht geïsoleerde kamer krijg je te maken met extreme warmtelast, instraling en veel luchtlekken, waardoor koelen alleen vaak tegenvalt. Richt je daarom naast capaciteit ook op ontvochtiging: hoe meer liters per uur een unit afvoert, hoe sneller de klamte verdwijnt en hoe koeler het voelt bij dezelfde temperatuur. Kies een model met hoge L/uur-waarde, een degelijke raamafdichting en liefst een dubbele slang om warme aanzuiglucht te voorkomen.
In de praktijk werkt een vroege start met droog- of koelmodus het best, zodat je de vochtpiek al dempt voordat de hitte binnenvalt. Gebruik een continue condensafvoer zodat de tank niet vol loopt, houd de slang kort en geïsoleerd en zet zonwering of dakramen met reflectie vooraf dicht.
[TIP] Tip: Meet kamer; vertaal testresultaten naar m², zonzijde, isolatie en dB.

Aankooptips en gebruik in de praktijk
Ga je een mobiele airco kopen of gebruiken? Met deze aankooptips en praktijkadviezen kies je het juiste model en haal je er maximaal rendement uit.
- Kies het juiste systeem en plaats het slim: geef waar mogelijk de voorkeur aan een dubbele slang om negatieve druk te voorkomen en efficiënter te koelen; gebruik een goed passend raamafdichtingspakket; houd de afvoerslang kort, recht en bij voorkeur geïsoleerd; dicht kieren met schuimrubber; stem de capaciteit grofweg af op 100-140 W per m² en let op voldoende luchtstroom (m³/uur), EER/SEER en het geluidsniveau in de laagste stand voor nachtelijk gebruik.
- Onderhoud en condensafvoer: kies bij voorkeur voor automatische condensverdamping of een aansluiting voor continue afvoer zodat je geen tank hoeft te legen tijdens warme dagen; reinig of vervang filters regelmatig en maak roosters stofvrij om prestaties, luchtkwaliteit en levensduur op peil te houden.
- Slimme functies, ECO en geluidsreductie: gebruik timer/app om te pre-coolen (zet de airco circa 30 minuten eerder aan) in combinatie met zonwering of gesloten gordijnen; schakel ECO- of nachtmodus in voor lager verbruik en minder geluid; plaats de unit stabiel, met vrije aanzuig/uitblaas en bij voorkeur op een trillingsdempende ondergrond om resonantie en dB te beperken.
Met deze keuzes en gewoonten koelt je ruimte sneller en stiller. Zo houd je comfort hoog, terwijl energieverbruik en onderhoud laag blijven.
Enkele VS dubbele slang, raamafdichting en plaatsing
Een enkelslang-airco zuigt kamerlucht aan om de condensor te koelen en blaast die warm naar buiten, waardoor onderdruk ontstaat en warme buitenlucht via kieren terug naar binnen komt. Een dubbele slang voert buitenlucht aan voor de condensor en voert die ook weer af, zodat de druk in de kamer neutraal blijft en de koeling sneller en efficiënter verloopt. De raamafdichting maakt of breekt je resultaat: kies een set die past bij je draai-kiepraam of schuifraam, trek het doek strak en dicht kieren met tochtstrip of schuim.
Plaats de unit dicht bij het raam, houd de slang kort, recht en liefst geïsoleerd, vermijd knikken en bochten, laat rondom 20-30 cm ruimte vrij en richt de lamellen omhoog voor betere luchtmenging.
Onderhoud: filters, reiniging en condensafvoer
Goed onderhoud houdt je mobiele airco stil, efficiënt en fris. Reinig het stoffilter elke 2-4 weken met lauw water, laat het volledig drogen en stofzuig de in- en uitlaatroosters om luchtstroomverlies te voorkomen. Heeft je model extra filters, check dan het vervangingsinterval en zet geen agressieve reinigers in die kunststof of lamellen aantasten. Veeg de verdamper- en condensorlamellen voorzichtig stofvrij en voorkom buigen van de vinnen.
Controleer de condensafvoer: leeg het reservoir tijdig of koppel een slang voor continue afvoer met een lichte neerwaartse helling, zodat water niet terugloopt. Na koelgebruik laat je de ventilator nog 10 minuten draaien om het binnenwerk te drogen en schimmel te vermijden. Voor opslag tap je restwater af, maak je alles schoon en zet je de unit rechtop weg.
Slimme functies, ECO-modi en geluidsreductie
Slimme functies maken je mobiele airco zuiniger en relaxter in gebruik. Met WiFi en een app stel je timers en schema’s in, of gebruik je geofencing zodat de airco automatisch inschakelt als je in de buurt komt. Eco-modi verlagen verbruik door het setpoint iets op te hogen of de ventilator te temperen; heeft je model een inverter (variabele compressorsnelheid), dan kan hij nog stiller en gelijkmatiger koelen.
In de praktijk haal je geluidswinst uit een echte nachtmodus, langere compressorcycli en een schone luchtweg: filters schoon, roosters stofvrij en de slang kort en recht. Ontkoppel trillingen met rubber voetjes, zet de unit niet in een hoek die geluid versterkt en richt lamellen omhoog voor zachte, minder hoorbare luchtmenging. Pre-coolen helpt om later fluisterstil door te draaien.
Veelgestelde vragen over mobiele airco test
Wat is het belangrijkste om te weten over mobiele airco test?
Een goede mobiele airco test beoordeelt koelprestaties (BTU/kW per m²), luchtstroom en ontvochtiging, energie-efficiëntie (EER/SEER) en geluidsniveau overdag en ‘s nachts. Resultaten worden gewogen en vertaald naar slaapkamer, woonkamer en zoldertoepassingen.
Hoe begin je het beste met mobiele airco test?
Start met een gecontroleerde testopstelling: raamafdichting correct, afvoer(slang) lengte kort, identieke kamertemperatuur/vochtigheid. Laat het apparaat opwarmen, voer cooldown-metingen uit, herhaal driemaal, log verbruik (EER), luchtstroom, ontvochtiging en dB dag/nacht.
Wat zijn veelgemaakte fouten bij mobiele airco test?
Capaciteit per m² onderschatten, isolatie negeren en enkel-/dubbele slang door elkaar gebruiken vertekenen resultaten. Ook fouten: geen gestandaardiseerde omgevingscondities, microfoon te dicht bij toestel, enkel piekmetingen, vuile filters, geen nachtmodus- of ontvochtigingsmetingen.